Nomenclatuurhervorming: hoogtes en laagtes

november 17, 2022 time to read 3 min read

De hervorming van de ziekenhuisnomenclatuur komt langzamerhand op snelheid, al loopt ze soms over een hobbelig parcours. Eén klip is al genomen bij de voorbereiding: er werden genoeg ziekenhuizen bereid gevonden om in te gaan op de oproep van het Leuvense onderzoeksteam om deel te nemen aan de studie ‘praktijkkosten van de technisch-medisch-chirurgische prestaties’ (TMCP).

Elf kandidaten werden geselecteerd langs Nederlandstalige kant, vijftien langs Franstalige kant. De Nederlandstalige ziekenhuizen zijn de volgende algemene ziekenhuizen: GZA-ziekenhuizen (1), ZNA (2), AZ Turnhout, Imeldaziekenhuis Bonheiden, Ziekenhuis Oost-Limburg, het Noorderhart-Mariaziekenhuis Pelt, Vitaz Sint-Niklaas, AZ Sint-Blasius Dendermonde, AZ Sint-Vincentius Deinze. Het lijstje wordt vervolledigd met de twee universitaire ziekenhuizen UZ Leuven en UZ Brussel.

Bedoeling is dat deze ziekenhuizen boekhoudkundige gegevens aanleveren om zicht te krijgen op die praktijkkosten, om het zuiver professionele gedeelte in kaart te brengen. Dat meestal de ‘ruwe’ boekhouddata niet volstaan om directe kosten (personeel, materiaal, medische apparatuur) toe te wijzen aan medische prestaties (dus de nomenclatuurcodes), bleek uit een eerste proef. Dus zal bijkomend onderzoek nodig zijn in samenwerking met de experts (artsen en andere ziekenhuismedewerkers) van elk betrokken ziekenhuis.

Elk ziekenhuis dat zich kandidaat stelde, vulde een checklist in. Daaruit bleek ook dat niet alle kandidaat-ziekenhuizen voor 100% de gegevens kunnen aanleveren. Daarom zal het Riziv een overeenkomst afsluiten met elk van hen om hen te voorzien van de nodige middelen. Budgettair werd daarvoor 500.000 euro per jaar vrijgemaakt opeenvolgend gedurende drie jaar. Het moet hen in staat stellen om de praktijkkosten van zogenaamde ‘theoretische functionele eenheden’ (TFE’s) te analyseren. Nog dit jaar start zo de analyse van de TFE radiologie. In 2023 en 2024 volgen nog een zevental TFE’s.

Tegen eind 2024 moet het onderzoek naar het ‘zuiver honorarium’ (professionele kosten) afgerond zijn. De onderzoeksgroepen zitten daarvoor op schema. Op vraag van het overleg artsen-ziekenfondsen zou het gedeelte klinische biologie en medische beeldvorming wat versnellen.